SPIRITUALITEIT


HET CHARISMA VAN DE VITA ET PAX STICHTING

CONGREGATIE VAN DE BENEDICTINESSEN VAN SCHOTENHOF

We leven volgens de Regel van Sint- Benedictus . We vormen een gemeenschap die God met hart en ziel zoekt in een leven van gebed, stilte en werk. Van deze gemeenschap is Christus zelf het hart. Hij is de hoeksteen, wij willen de levende stenen zijn. 'Ubi caritas, Deus ibi est'. Zo staat het op onze altaren in Turvey en Ribeirão en boven de kerkdeur in Schotenhof. We beleven onze roeping concreet door samen te leven, samen te bidden (vooral in de Eucharistie en het koorgebed) en samen te werken in diverse activiteiten die door de gemeenschap worden bevorderd en gedragen: ontvangst van gasten, artistieke arbeid, oecumenische contacten, opvoedingswerk.

BAND MET MONTE OLIVETO

De Benedictinessen van Schotenhof hebben eigen Constituties en zijn juridisch niet afhankelijk van de mannelijke tak, maar behalve door spirituele banden, zijn we met Monte Oliveto verbonden door het volgen van hun traditie en vijf karakteristieke trekken:

a) monastieke professie en stabiliteit binnen onze Congregatie,
b) gecentraliseerd bestuur,
c) eenheid van Constituties voor alle huizen,
d) bijzondere verering voor de Moeder Gods Maria,
e) het witte habijt.

Bij de Olivetanen is er een principiële openheid voor de lokale noden van de kerk volgens streken, volkeren, continenten. Dat zien we ook in de gedifferentieerde manier van leven in de huizen van 'Vita et Pax', terwijl we bijzonder sterk verwant zijn met elkaar.

'VITA ET PAX'

Wat was de visie van Vader Constantinus Bosschaerts toen hij zijn stichting 'Vita et Pax' ondernam? Waarom zegt men dat hij een man was met een profetische en vérziende blik? Voor welke fundamentele intuïties van zijn visie heeft de Kerk, met name Vaticanum II, zijn visie bevestigd?

1. MAN EN VROUW

Allereerst voorzag Dom Constantinus dat de vrouw in de Kerk en inzonderheid in de monastieke wereld een nieuwe waardering zou moeten krijgen, en dat haar medewerking voor belangrijke opdrachten onmisbaar zou zijn. Hij was in zijn tijd eerder revolutionair door de evenwaardigheid van de vrouw te erkennen en de zelfstandigheid van de zusters te garanderen.

2. MONNIKEN, MONIALEN EN LEKEN

Vader Constantinus voorzag de belangrijke rol die de leek zou krijgen in de Kerk . Revolutionair was zijn grondinzicht, dat later door de Constitutie over de Kerk van Vaticanum II zou worden bevestigd, dat er slechts één enkel Godsvolk is, op de grondslag van het Doopsel, en dat het veel te sterk opgedreven onderscheid tussen de gewone leken en de zogenaamde 'religieuzen-met-speciale-roeping' eigenlijk een artificieel onderscheid betekent. Zijn nieuwe stichting, zou, onder de naam 'Vita et Pax', monniken en monialen organisch verenigen met leken-oblaten. De samenwerking met leken was niet bijkomstig, maar essentieel.

3. CONTEMPLATIEF EN ACTIEF ELEMENT

Terwijl het "Ora et labora" van Benedictus' Regel door de eeuwen heen heeft uitgenodigd tot het zoeken naar een evenwicht van gebed en werk, zien we dat Vader Constantinus een organische integratie en wisselwerking voorstaat. In principe zou men kunnen zeggen dat het actieve apostolische leven buiten het klooster de roeping is van de leek die in de wereld woont en werkt, terwijl de monnik en moniaal zich uit die wereld terugtrekt om op de eerste plaats God te zoeken in gebed en gemeenschappelijk leven. Maar dit sluit niet uit dat de monnik en moniaal ook geëngageerd is in intensieve activiteiten van apostolaat, zoals bijvoorbeeld oecumene, betrekkingen tussen christenen en joden, interreligieuze dialoog, catechese, voorbereiding op het ontvangen van de sacramenten, opvoedingswerk en retraites.

Het ontplooien van de gekregen talenten en de zorgvuldige afwerking van alles wat men te doen krijgt, zijn motieven die men bij Vader bij herhaling aantreft. Elke activiteit moet in Vaders perspectief honderd procent inzet krijgen: het persoonlijk gebed, de liturgie, de zorg voor gasten en zieken, de oecumene, de cultuur, de kunst, de pedagogie, tot en met het huishoudelijk werk en het werk in de tuin. Vader insisteerde sterk dat men overal een hart zou vinden en zoveel mogelijk kunde en schoonheid. Ook gold voor hem alle werk als gelijkwaardig. Wat een intensiteit, wat een uitstraling als iedereen de volle kracht van zijn talenten ontplooit in het geheel! Vader Constantinus bewonderde de enorme vlucht van de technologie, want, voorbij aan de gevaren, zag hij de nieuwe mogelijkheden van de groei van menselijk kennen en kunnen.

4. OECUMENE

Pijnlijk getroffen door de scheidingslijnen die de christenen onderling verdeelden, geraakte Vader Constantinus met hart en ziel betrokken bij het prille streven naar oecumenische toenadering en zocht hij naar kansen tot een respectvolle en vruchtbare dialoog tussen Oost en West. 'Vita et Pax' werd gesticht met de oecumene (naast de liturgie) als voornaamste kenmerk. De geschiedenis van Vaders eerste pogingen om in Schotenhof zijn kloosters voor de hereniging te stichten; de boeiende contacten die werden gelegd met de orthodoxe kerk en met de kerken van de Reformatie; de publicaties, de radiotoespraken, de congressen en conferenties die onze Stichter organiseerde in België en Nederland voor het ideaal van de christelijke hereniging, later juister gezien als het ideaal van de christelijke eenheid, spreken voor zichzelf.

In 1946 bij zijn abtswijding, werd aan Dom Constantlnus Bosschaerts opnieuw toelating verleend om met zijn stichting te werken voor de Eenheid. In 1947 werd met de goedkeuring van de Oosterse Congregatie een byzantijnse tak toegestaan aan de kloosters van de Vita et Pax-Stlchting in België. In Schotenhof werd toen de Byzantijnse kapel ingericht. Liturgie en koorgebed volgens byzantijnse ritus in het Grieks of Slavisch, betekenden voor de zusters en oblaten die ervoor gekozen hadden, een enorme verrijking van inzichten, een voedingsbodem voor spiritualiteit en gebed, en interessante contacten met gelovigen van byzantijnse traditie. Deze kapel en haar omgeving lenen zich bijzonder goed om belangstelling te wekken voor de iconen en daardoor voor de spiritualiteit van onze broeders en zusters uit het christelijke Oosten.

We zijn ook lid van de Antwerpse Raad der Kerken. Het gaat momenteel om een eerder kleinschalige en bescheiden betrokkenheid bij de oecumene en verruiming van onze belangstelling naar de grote wereldgodsdiensten toe en naar de interreligieuze dialoog.

5. LITURGIE

Samen met de oecumene kreeg de liturgie een bevoorrechte plaats in de zorg en bekommernis van onze stichter. Vader Constantlnus was gefascineerd door de schoonheid van God. Hij was er daarom van overtuigd dat de gaven en talenten die God had verleend aan de mensen, optimaal moesten worden gestimuleerd en aangewend. Denk maar aan de ateliers waar scheppende handen zoveel realiseren. Hij wilde de schoonheid vooral tot bloei laten komen in een verzorgde vormgeving van de liturgie die de moderne mens kon aanspreken en voor hem de ontmoetingsplaats kon zijn met God. Om dit mogelijk te maken, en daarin was de stichter in de jaren twintig van de vorige eeuw revolutionair, moest de liturgie nieuwe wegen op. Vader plaatste het altaar niet langer meer tegen de oostgevel van de kapel, maar in het centrum, en hij celebreerde naar de gemeente toe gekeerd, toen dat vrijwel nog nergens gebeurde. Hij was progressief in de vormgeving van de religieuze kunst, o.m. in een sobere, moderne en esthetisch-verantwoorde design van de liturgische gewaden en voorwerpen voor de eredienst. Het kleine kapelletje van de priorij dat hij had ingericht, en dat dienst deed totdat in 1963 de kerk was voltooid, was in vele opzichten een juweeltje van schoonheid en intimiteit. Hij voorzag dat de liturgie eens zou worden gevierd in de landstaal en dat men zou concelebreren. Hij zou zeker erg tevreden zijn over de jarenlange medewerking van Schotenhof aan teksten en liederen binnen de I.W.V.L., de Intermonasteriële Werkgroep voor Liturgie.

SLOT

Veel zou nog moeten worden toegevoegd, want onze stichter heeft nog vele accenten gelegd, bijvoorbeeld als hij insisteert op de beoefening van de liefde als centrale opgave , als hij de nederigheid beklemtoont en de volhardende inzet . Maar bij dit slot vermelden we één opvallende oproep: de roep om altijd nieuw te zijn, gericht op de toekomst, op het komen van Christus, die opvordert tot steeds nieuwe en oorspronkelijke inzet.

 

↑terug↑